Leave Your Message

Technische handleiding voor Mitsubishi-liftdeuren en handbedieningscircuits (DR)

2025-04-10

Deur- en handbedieningscircuit (DR)

1 Systeemoverzicht

Het DR-circuit bestaat uit twee primaire subsystemen die de liftbedieningsmodi en deurmechanismen regelen:

1.1.1 Handmatige/automatische bediening

Technische handleiding voor Mitsubishi-liftdeuren en handbedieningscircuits (DR)

Het systeem implementeert een hiërarchische controlestructuur met duidelijk gedefinieerde prioriteitsniveaus:

  1. Controlehiërarchie(Van hoogste naar laagste prioriteit):

    • Autotopstation (noodbedieningspaneel)

    • Bedieningspaneel van de auto

    • Schakelkast/Halinterfacepaneel (HIP)

  2. Werkingsprincipe:

    • De handmatige/automatische keuzeschakelaar bepaalt de besturingsbevoegdheid

    • In de "Handmatige" modus ontvangen alleen de knoppen op het dak van de auto stroom (waardoor andere bedieningen worden uitgeschakeld)

    • Het bevestigingssignaal "HDRN" moet bij alle bewegingscommando's horen

  3. Belangrijkste veiligheidsvoorzieningen:

    • Een onderling verbonden stroomverdeling voorkomt conflicterende commando's

    • Positieve verificatie van de intentie van handmatige bediening (HDRN-signaal)

    • Het fail-safe ontwerp zorgt ervoor dat de standaardinstelling voor de veiligste omstandigheden wordt gebruikt tijdens storingen.

1.1.2 Deurbedieningssysteem

Het deurbedieningssysteem weerspiegelt qua functionaliteit het hoofdaandrijvingssysteem van de lift:

  1. Systeemcomponenten:

    • Sensoren: Deurfotocellen (analoog aan liftschacht-eindschakelaars)

    • Aandrijfmechanisme: Deurmotor + synchrone riem (gelijk aan tractiesysteem)

    • Beheerder: Geïntegreerde aandrijfelektronica (vervangt aparte inverter/DC-CT)

  2. Controleparameters:

    • Deurtypeconfiguratie (midden-/zijopening)

    • Instellingen voor reisafstand

    • Snelheids-/acceleratieprofielen

    • Drempels voor koppelbescherming

  3. Beschermingssystemen:

    • Blokkeerdetectie

    • Overstroombeveiliging

    • Thermische bewaking

    • Snelheidsregeling


1.2 Gedetailleerde functionele beschrijving

1.2.1 Handmatig bedieningscircuit

Technische handleiding voor Mitsubishi-liftdeuren en handbedieningscircuits (DR)

Het handmatige besturingssysteem maakt gebruik van een cascade-stroomverdelingsontwerp:

  1. Circuitarchitectuur:

    • 79V stuurstroomverdeling

    • Op relais gebaseerde prioriteitsschakeling

    • Optische isolatie voor signaaloverdracht

  2. Signaalstroom:

    • Operatorinvoer → Commandoverificatie → Bewegingscontroller

    • Feedbacklus bevestigt de uitvoering van de opdracht

  3. Veiligheidsverificatie:

    • Bevestiging van dual-channel-signaal

    • Watchdog-timerbewaking

    • Mechanische vergrendelingsverificatie

1.2.2 Deurbedieningssysteem

Het deurmechanisme vertegenwoordigt een compleet bewegingsregelsysteem:

  1. Power Stage:

    • Drie-fase borstelloze motoraandrijving

    • IGBT-gebaseerde invertersectie

    • Regeneratief remcircuit

  2. Feedbacksystemen:

    • Incrementele encoder (A/B/Z-kanalen)

    • Stroomsensoren (fase- en busbewaking)

    • Eindschakelaaringangen (CLT/OLT)

  3. Controle-algoritmen:

    • Veldgerichte regeling (FOC) voor synchrone motoren

    • V/Hz-regeling voor asynchrone motoren

    • Adaptieve positieregeling


1.3 Technische specificaties

1.3.1 Elektrische parameters

Parameter Specificatie Tolerantie
Stuurspanning 79V AC ±10%
Motorspanning 200V AC ±5%
Signaalniveaus 24V DC ±5%
Stroomverbruik Maximaal 500W -

1.3.2 Mechanische parameters

Onderdeel Specificatie
Deursnelheid 0,3-0,5 m/s
Openingstijd 2-4 seconden
Sluitkracht
Vrije hoogte boven het hoofd Minimaal 50 mm.

1.4 Systeeminterfaces

  1. Stuursignalen:

    • D21/D22: Deur open/dicht commando's

    • 41DG: Status deurvergrendeling

    • CLT/OLT: Positieverificatie

  2. Communicatieprotocollen:

    • RS-485 voor parameterconfiguratie

    • CAN-bus voor systeemintegratie (optioneel)

  3. Diagnostische poorten:

    • USB-service-interface

    • LED-statusindicatoren

    • 7-segments storingsweergave


2 Standaard stappen voor probleemoplossing

2.1 Handmatige bediening vanaf het dak van de auto

2.1.1 Omhoog/omlaag-knoppen werken niet

Diagnostische procedure:

  1. Initiële statuscontrole

    • Controleer de foutcodes en status-LED's van het P1-bord (#29 veiligheidscircuit, enz.)

    • Raadpleeg de handleiding voor probleemoplossing voor eventuele weergegeven foutcodes

  2. Verificatie van de stroomvoorziening

    • Controleer de spanning op elk besturingsniveau (dak van de auto, paneel van de auto, schakelkast)

    • Controleer of de handmatige/automatische schakelaar correct is gepositioneerd

    • Test de continuïteit van het HDRN-signaal en de spanningsniveaus

  3. Signaaloverdrachtcontrole

    • Controleer of de omhoog/omlaag-commandosignalen het P1-bord bereiken

    • Voor seriële communicatiesignalen (van het dak van de auto naar het paneel van de auto):

      • Controleer de integriteit van het CS-communicatiecircuit

      • Controleer de afsluitweerstanden

      • Controleer op EMI-interferentie

  4. Validatie van prioriteitscircuits

    • Controleer of de niet-prioritaire bedieningselementen goed zijn geïsoleerd in de handmatige modus

    • Test de werking van het relais in het keuzeschakelaarcircuit


2.2 Storingen in de deurbediening

2.2.1 Problemen met de deur-encoder

Synchrone versus asynchrone encoders:

Functie Asynchrone encoder Synchrone encoder
Signalen Alleen A/B-fase A/B-fase + index
Foutsymptomen Omgekeerde werking, overstroom Trillingen, oververhitting, zwak koppel
Testmethode Fasevolgordecontrole Volledige verificatie van signaalpatronen

Stappen voor probleemoplossing:

  1. Controleer de uitlijning en montage van de encoder

  2. Controleer de signaalkwaliteit met een oscilloscoop

  3. Test de kabelcontinuïteit en afscherming

  4. Bevestig de juiste beëindiging

2.2.2 Voedingskabels van de deurmotor

Faseverbindingsanalyse:

  1. Enkele fase fout:

    • Symptoom: zware trillingen (elliptische koppelvector)

    • Test: Meet de fase-tot-fase weerstand (moet gelijk zijn)

  2. Tweefasenstoring:

    • Symptoom: Volledige motorstoring

    • Test: Continuïteitscontrole van alle drie fasen

  3. Fasevolgorde:

    • Alleen twee geldige configuraties (vooruit/achteruit)

    • Wissel twee fasen om om de richting te veranderen

2.2.3 Deureindschakelaars (CLT/OLT)

Signaallogica tabel:

Voorwaarde 41G CLT OLT-status
Deur gesloten 1 1 0
Door Open 0 1 1
Overgang 0 0 0

Verificatiestappen:

  1. Bevestig fysiek de positie van de deur

  2. Controleer de uitlijning van de sensor (meestal 5-10 mm speling)

  3. Controleer de signaaltiming bij deurbeweging

  4. Test de jumperconfiguratie wanneer de OLT-sensor afwezig is

2.2.4 Veiligheidsvoorzieningen (lichtgordijn/randen)

Kritieke verschillen:

Functie Lichtgordijn Veiligheidsrand
Activeringstijd Beperkt (2-3 sec) Onbeperkt
Reset-methode Automatisch Handmatig
Foutmodus Krachten sluiten Houdt open

Testprocedure:

  1. Controleer de reactietijd van de obstakeldetectie

  2. Controleer de uitlijning van de lichtbundel (voor lichtgordijnen)

  3. Test de werking van de microschakelaar (voor randen)

  4. Controleer of het signaal correct is aangesloten op de controller

2.2.5 D21/D22-commandosignalen

Signaalkenmerken:

  • Spanning: 24VDC nominaal

  • Stroom: typisch 10 mA

  • Bedrading: Afgeschermd getwist paar vereist

Diagnostische aanpak:

  1. Controleer de spanning bij de ingang van de deurcontroller

  2. Controleer op signaalreflecties (onjuiste afsluiting)

  3. Test met een bekende goede signaalbron

  4. Controleer de reiskabel op schade

2.2.6 Jumperinstellingen

Configuratiegroepen:

  1. Basisparameters:

    • Deurtype (midden/zij, enkel/dubbel)

    • Openingsbreedte (typisch 600-1100 mm)

    • Motortype (synchroon/asynchroon)

    • Huidige limieten

  2. Bewegingsprofiel:

    • Openingsversnelling (0,8-1,2 m/s²)

    • Sluitsnelheid (0,3-0,4 m/s)

    • Vertragingshelling

  3. Beveiligingsinstellingen:

    • Drempel voor detectie van stalling

    • Overstroomlimieten

    • Thermische beveiliging

2.2.7 Sluitkrachtaanpassing

Optimalisatiegids:

  1. Meet de werkelijke deuropening

  2. Positie van de CLT-sensor aanpassen

  3. Controleer de krachtmeting (veerschaalmethode)

  4. Houdstroom instellen (meestal 20-40% van max)

  5. Bevestig een soepele werking over het volledige bereik


Tabel met foutcodes voor 3-deurscontrollers

Code Foutbeschrijving Systeemrespons Herstelconditie
0 Communicatiefout (DC↔CS) - CS-CPU reset elke 1 seconde
- Noodstop van de deur en vervolgens langzame werking
Automatisch herstel nadat de storing is verholpen
1 IPM Uitgebreide Storing - Poortaandrijfsignalen zijn afgesneden
- Noodstop voor de deur
Handmatige reset vereist nadat de fout is verholpen
2 DC+12V overspanning - Poortaandrijfsignalen zijn afgesneden
- DC-CPU reset
- Noodstop voor de deur
Automatisch herstel nadat de spanning is genormaliseerd
3 Onderspanning hoofdcircuit - Poortaandrijfsignalen zijn afgesneden
- Noodstop voor de deur
Automatisch herstel wanneer de spanning hersteld is
4 DC-CPU Watchdog-time-out - Poortaandrijfsignalen zijn afgesneden
- Noodstop voor de deur
Automatisch herstel na reset
5 DC+5V spanningsafwijking - Poortaandrijfsignalen zijn afgesneden
- DC-CPU reset
- Noodstop voor de deur
Automatisch herstel wanneer de spanning normaliseert
6 Initialisatiestatus - Poortaandrijfsignalen worden tijdens zelftest uitgeschakeld Wordt automatisch voltooid
7 Fout in de logica van de deurschakelaar - Deurbediening uitgeschakeld Vereist handmatige reset na foutcorrectie
9 Deurrichtingfout - Deurbediening uitgeschakeld Vereist handmatige reset na foutcorrectie
A Te hoge snelheid - Noodstop en vervolgens langzame deurbeweging Automatisch herstel wanneer de snelheid weer normaal is
C Oververhitting deurmotor (synchronisatie) - Noodstop en vervolgens langzame deurbeweging Automatisch wanneer de temperatuur onder de drempelwaarde daalt
D Overbelasting - Noodstop en vervolgens langzame deurbeweging Automatisch bij afnemende belasting
F Overmatige snelheid - Noodstop en vervolgens langzame deurbeweging Automatisch wanneer de snelheid normaliseert
0.naar5. Verschillende positiefouten - Noodstop en vervolgens langzame werking
- Normaal nadat de deur volledig gesloten is
Automatisch herstel na correcte sluiting van de deur
9. Z-fase fout - Trage deurwerking na 16 opeenvolgende fouten Vereist inspectie/reparatie van de encoder
A. Positietellerfout - Noodstop en vervolgens langzame werking Normaal nadat de deur volledig gesloten is
B. OLT-positiefout - Noodstop en vervolgens langzame werking Normaal nadat de deur volledig gesloten is
C. Encoderfout - De lift stopt op de dichtstbijzijnde verdieping
- Deurbediening opgeschort
Handmatige reset na encoderreparatie
EN. DLD-beveiliging geactiveerd - Onmiddellijke deuromkering bij het bereiken van de drempel Continue monitoring
F. Normale werking - Systeem functioneert naar behoren N.v.t.

3.1 Classificatie van de ernst van de fout

3.1.1 Kritieke storingen (vereisen onmiddellijke aandacht)

  • Code 1 (IPM-fout)

  • Code 7 (Logica van deurschakelaar)

  • Code 9 (richtingsfout)

  • Code C (encoderfout)

3.1.2 Herstelbare fouten (automatisch resetten)

  • Code 0 (Communicatie)

  • Code 2/3/5 (spanningsproblemen)

  • Code A/D/F (Snelheid/Belasting)

3.1.3 Waarschuwingsomstandigheden

  • Code 6 (Initialisatie)

  • Code E (DLD-bescherming)

  • Codes 0.-5. (Positiewaarschuwingen)


3.2 Diagnostische aanbevelingen

  1. Voor communicatiefouten (code 0):

    • Controleer de afsluitweerstanden (120Ω)

    • Controleer de integriteit van de kabelafscherming

    • Test op aardlussen

  2. Voor IPM-fouten (code 1):

    • Meet de weerstanden van IGBT-modules

    • Controleer de voedingen van de poortaandrijving

    • Controleer of de koelplaat goed is gemonteerd

  3. Voor oververhittingsomstandigheden (code C):

    • Meet de weerstand van de motorwikkeling

    • Controleer de werking van de koelventilator

    • Controleer op mechanische binding

  4. Voor positiefouten (codes 0.-5.):

    • Deurpositiesensoren opnieuw kalibreren

    • Controleer de montage van de encoder

    • Controleer de uitlijning van de deurrails