Specificatie van communicatie tussen ELSGW en toegangscontrolesysteem wanneer EL-SCA wordt toegepast. (*ELSGW: ELevator-Security GateWay)
1. Overzicht
Dit document beschrijft het communicatieprotocol tussen de ELSGW en het toegangscontrolesysteem (ACS).
2. Communicatiespecifiekkation
2.1. Communicatie tussen ELSGW en ACS
De communicatie tussen ELSGW en ACS wordt hieronder weergegeven.
Tabel 2-1: Communicatiespecificatie tussen ELSGW en ACS
Artikelen | Specificatie | Opmerkingen | |
1 | Linklaag | Ethernet, 100BASE-TX, 10BASE-T | ELSGW: 10BASE-T |
2 | internetlaag | IPv4 |
|
3 | Transportlaag | UDP |
|
4 | Aantal aangesloten knooppunten | Maximaal 127 |
|
5 | Topologie | Stertopologie, Full-duplex |
|
6 | Bedradingsafstand | 100m | Afstand tussen HUB en knooppunt |
7 | Netwerklijnsnelheid | 10 Mbps |
|
8 | Botsingsvermijding | Geen | Schakelende HUB, geen botsing dankzij full-duplex |
9 | Kennisgeving van beschikking | Geen | De communicatie tussen ELSGW en ACS is eenmalig, zonder kennisgeving van de afhandeling. |
10 | Gegevensgarantie | UDP-controlesom | 16 bits |
11 | Foutdetectie | Elke knooppuntstoring |
Tabel 2-2: IP-adresnummer
IP-adres | Apparaat | Opmerkingen |
ELSGW | Dit adres is de standaardinstelling. | |
ELSGW | Multicastadres Van beveiligingssysteem tot lift. |
2.2. UDP-pakket
De transmissiegegevens zijn UDP-pakketten. (RFC768-compatibel)
Gebruik de checksum van de UDP-header en de bytevolgorde van het gegevensgedeelte is big endian.
Tabel 2-3: UDP-poortnummer
Poortnummer | Functie(Service) | Apparaat | Opmerkingen |
52000 | Communicatie tussen ELSGW en ACS | ELSGW, ACS |
2.3 Transmissievolgorde
De onderstaande afbeelding toont de transmissievolgorde van de verificatiebewerking.
De transmissieprocedures voor de verificatiebewerking zijn als volgt;
1) Wanneer een passagier zijn kaart langs een kaartlezer haalt, stuurt ACS de oproepgegevens van de lift naar ELSGW.
2) Wanneer ELSGW de oproepgegevens van de lift ontvangt, zet ELSGW deze om in verificatiegegevens en verstuurt deze gegevens naar het liftsysteem.
5) Het liftsysteem voert de liftoproep uit na ontvangst van de verificatiegegevens.
6) Het liftsysteem stuurt de verificatieacceptatiegegevens naar ELSGW.
7) ELSGW stuurt de ontvangen verificatieacceptatiegegevens naar ACS, die de oproepgegevens van de lift heeft geregistreerd.
8) Indien nodig geeft ACS het toegewezen liftkooinummer aan met behulp van verificatieacceptatiegegevens.
3. Communicatieformaat
3.1 Notatieregels voor gegevenstypen
Tabel 3-1: De definitie van de gegevenstypen die in deze sectie worden beschreven, is als volgt.
Gegevenstype | Beschrijving | Bereik |
CHAR | Karaktergegevenstype | 00u, 20u tot 7u Raadpleeg de "ASCII-codetabel" aan het einde van dit document. |
BYTE | Numerieke waarde van 1 byte (niet ondertekend) | 00h tot FFh |
BCD | 1 byte geheel getal (BCD-code) |
|
WOORD | 2-byte numeriek waardetype (niet ondertekend) | 0000h tot FFFFh |
DWORD | Numerieke waarde van 4 bytes (niet ondertekend) | 00000000hnaar FFFFFFFFh |
TEKEN(n) | Tekenreekstype (vaste lengte) Het is een tekenreeks die overeenkomt met aangewezen cijfers (n). | 00h, 20h tot 7Eh (raadpleeg ASCII-codetabel) *n Raadpleeg de "ASCII-codetabel" aan het einde van dit document. |
BYTE(s) | 1-byte numerieke waarde type (ongetekend) array Het is een numerieke reeks die overeenkomt met bepaalde cijfers (n). | 00h naar FFh *n |
3.2 Algemene structuur
De algemene structuur van het communicatieformaat is verdeeld in de transmissiepakketheader en transmissiepakketgegevens.
Transmissiepakketheader (12 bytes) | Transmissiepakketgegevens (kleiner dan 1012 bytes) |
Item | Gegevenstype | Uitleg |
Transmissiepakketheader | Later beschreven | Koptekstgebied zoals gegevenslengte |
Transmissiepakketgegevens | Later beschreven | Gegevensgebied zoals bestemmingsverdiepingen |
3.3 Structuur van tramissie pakketheader
De structuur van de transmissiepakketheader is als volgt.
WOORD | WOORD | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE[4] |
Identificeren (1730h) | Gegevenslengte | Adres apparaattype | Adres apparaatnummer | Type afzenderapparaat | Nummer van het afzenderapparaat | Reserve(00u) |
Item | Gegevenstype | Uitleg |
Gegevenslengte | WOORD | Bytegrootte van transmissiepakketgegevens |
Adres apparaattype | BYTE | Stel het apparaattype van het adres in (zie "Tabel met systeemtypen") |
Adres apparaatnummer | BYTE | - Stel het apparaatnummer van het adres in (1~127) - Als het systeemtype ELSGW is, stel dan het liftbanknummer in (1~4) - Als het systeemtype alle systemen is, stel dan FFh in |
Type afzenderapparaat | BYTE | Stel het apparaattype van de afzender in (zie "Tabel met systeemtypen") |
Nummer van het afzenderapparaat | BYTE | ・ Stel het apparaatnummer van de afzender in (1~ 127) ・ Als het systeemtype ELSGW is, stel dan het liftbanknummer in (1) |
Tabel 3-2: Tabel met systeemtypen
Systeemtype | Systeemnaam | Multicastgroep | Opmerkingen |
01u | ELSGW | Liftsysteem apparaat |
|
11 uur | ACS | Beveiligingssysteem apparaat |
|
FFh | Alle systemen | - |
3.3 Structuur van de transmissie pakketgegevens
Hieronder ziet u de structuur van de transmissiepakketgegevens, met de definitie van de opdracht voor elke functie. "Opdracht voor transmissiepakketgegevens"De tabel toont de opdrachten.
Tabel 3-3: Transmissie-ACET-gegevensopdracht
Transmissierichting | Transmissiemethode | Opdrachtnaam | Commando nummer | Functie | Opmerkingen |
Beveiligingssysteem -Lift
| Multicast/Unicast(*1)
| Liftoproep (enkele verdieping) | 01u | Gegevens verzenden op het moment van registratie van de liftoproep of de registratie van de vergrendelde verdieping overschrijven (de toegankelijke bestemmingsverdieping van de lift is een enkele verdieping) |
|
Liftoproep (meerdere vloeren) | 02u | Gegevens verzenden op het moment dat de liftoproep wordt geregistreerd of de registratie van vergrendelde verdiepingen wordt overschreven (de bestemmingsverdieping van de toegankelijke lift is een verdieping met meerdere verdiepingen) |
| ||
Lift -Beveiligingssysteem
| Unicast (*2) | Verificatie acceptatie | 81 uur | Indien bij het beveiligingssysteem de verificatiestatus in de liftlobby of in de liftkooi wordt aangegeven, worden deze gegevens gebruikt. |
|
Uitzending | Lift operatie toestand | 91 uur | Indien bij het beveiligingssysteem de status van de liftwerking wordt aangegeven, worden deze gegevens gebruikt. Het beveiligingssysteem kan deze gegevens gebruiken om storingen in het liftsysteem aan te geven. |
| |
-Alle systemen | Uitzending (*3) | Hartslaggegevens | F1h | Elk systeem verzendt periodiek en wordt gebruikt voor het detecteren van fouten. |
(*1): Wanneer het beveiligingssysteem de bestemming van de elevatorbank kan specificeren, wordt er via unicast verzonden.
(*2): De gegevens van de verificatie-acceptatie worden verzonden naar het apparaat dat de oproepgegevens van de lift heeft gemaakt, met unicast.
(*3): De heartbeatgegevens worden meegestuurd met de broadcast. Indien nodig wordt de foutdetectie op elk apparaat uitgevoerd.
(1) Oproepgegevens van de lift (als de toegankelijke bestemmingsverdieping van de lift een enkele verdieping is)
BYTE | BYTE | WOORD | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | WOORD |
Opdrachtnummer (01h) | Gegevenslengte (18) |
Apparaatnummer |
Verificatietype |
Verificatielocatie | Attribuut van de hal-oproepknopverhoger/attribuut van de kooiknop |
Reserveren (0) |
Boardingvloer |
WOORD | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE |
Bestemmingsverdieping | Instappen voor/achter | Bestemming Voor/Achter | Aanroepkenmerk van de lift | Non-stop operatie | Oproepregistratiemodus | Volgnummer | Reserveren (0) | Reserveren (0) |
Tabel 3-4: Details van de oproepgegevens van de lift (wanneer de toegankelijke bestemmingsverdieping van de lift een enkele verdieping is)
Artikelen | Gegevenstype | Inhoud | Opmerkingen |
Apparaatnummer | WOORD | Apparaatnummer instellen (kaartlezer etc.) (1~9999) Wanneer niet gespecificeerd, stel 0 in. | Maximaal aantal verbindingen: 1024 apparaten (*1) |
Verificatietype | BYTE | 1: Verificatie in de liftlobby 2: verificatie in de auto |
|
Verificatielocatie | BYTE | Indien het verificatietype 1 is, stelt u het volgende in. 1: Liftlobby 2: Ingang 3: Kamer 4: Beveiligingspoort Indien het verificatietype 2 is, stel dan het wagennummer in. |
|
Kenmerk van de hal-oproepknopverhoger/kenmerk van de kooiknop | BYTE | Als het verificatietype 1 is, stel dan het overeenkomstige kenmerk van de haloproepknop-stijgleiding in. 0: niet gespecificeerd, 1: "A"-knop riser, 2: "B"-knop riser, … , 15: "O"-knop riser, 16: Auto Indien het verificatietype 2 is, stel dan het kenmerk van de autoknop in. 1: Normale passagier (voor), 2: Gehandicapte passagier (vooraan), 3: Normale passagier (achter), 4: Gehandicapte passagier (achter) |
|
Boardingvloer | WOORD | Als het verificatietype 1 is, stel dan de instapverdieping in op basis van de verdiepingsgegevens van het gebouw (1~255). Indien het verificatietype 2 is, stelt u 0 in. |
|
Bestemmingsverdieping | WOORD | Stel de bestemmingsverdieping in op basis van de gegevens van de gebouwverdieping (1~255) Indien alle bestemmingsverdiepingen, stel dan "FFFFh" in. |
|
Instappen voor/achter | BYTE | Indien het verificatietype 1 is, plaats deze dan voor of achter op de instapvloer. 1:Voor, 2:Achter Indien het verificatietype 2 is, stelt u 0 in. |
|
Bestemming Voor/Achter | BYTE | Plaats vooraan of achteraan op de bestemmingsvloer. 1:Voor, 2:Achter |
|
Aanroepkenmerk van de lift | BYTE | Stel het oproepkenmerk van de lift in 0: Normale passagier, 1: Gehandicapte passagier, 2: VIP-passagier, 3: Managementpassagier |
|
Non-stop operatie | BYTE | Stel 1 in als non-stopwerking moet worden ingeschakeld. Indien niet ingeschakeld, stel 0 in. |
|
Oproepregistratiemodus | BYTE | Zie Tabel 3-5, Tabel 3-6. |
|
Volgnummer | BYTE | Volgnummer instellen (00h~FFh) | (*1) |
(*1): Het volgnummer moet worden verhoogd telkens wanneer gegevens van ACS worden verzonden. De volgende FF is 00h.
Tabel 3-5: Oproepregistratiemodus voor haloproepknop
Waarde | Oproepregistratiemodus | Opmerkingen |
0 | Automatisch |
|
1 | Ontgrendel de blokkering voor de hal-oproepknop |
|
2 | Ontgrendel de blokkering voor de hal-oproepknop en de auto-oproepknop |
|
3 | Automatische registratie voor haloproepknop |
|
4 | Automatische registratie voor hal-oproepknop en ontgrendelingsbeperking voor auto-oproepknop |
|
5 | Automatische registratie voor hal-oproepknop en auto-oproepknop | De enige toegankelijke bestemmingsverdieping voor de lift is een enkele verdieping. |
Tabel 3-6: Oproepregistratiemodus voor de auto-oproepknop
Waarde | Oproepregistratiemodus | Opmerkingen |
0 | Automatisch |
|
1 | Ontgrendelingsbeperking voor auto-oproepknop |
|
2 | Automatische registratie voor auto-oproepknop | De enige toegankelijke bestemmingsverdieping voor de lift is een enkele verdieping. |
(2) Oproepgegevens van de lift (als de toegankelijke bestemmingsverdieping van de lift meerdere verdiepingen heeft)
BYTE | BYTE | WOORD | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | WOORD |
Opdrachtnummer (02h) | Gegevenslengte |
Apparaatnummer | Verificatietype | Verificatielocatie | Attribuut van de hal-oproepknopverhoger/attribuut van de kooiknop |
Reserve(0) |
Boardingvloer |
WOORD | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE |
Reserve(0) | Instappen voor/achter | Reserve(0) | Aanroepkenmerk van de lift | Non-stop operatie | Oproepregistratiemodus | Volgnummer | Lengte van de gegevens van de voorste bestemmingsverdieping | Lengte van de vloergegevens van de achterste bestemming |
BYTE[0~32] | BYTE[0~32] | BYTE[0~3] |
Voorste bestemmingsvloer | Achterste bestemmingsvloer | Opvulling (*1)(0) |
(*1): De datalengte van de padding moet zo worden ingesteld dat de totale omvang van de verzonden pakketgegevens een veelvoud van 4 is. (Stel het getal "0" in)
Tabel 3-7: Details van de oproepgegevens van de lift (wanneer de toegankelijke bestemmingsverdieping van de lift meerdere verdiepingen heeft)
Artikelen | Gegevenstype | Inhoud | Opmerkingen |
Gegevenslengte | BYTE | Aantal bytes exclusief opdrachtnummer en opdrachtgegevenslengte (exclusief opvulling) |
|
Apparaatnummer | WOORD | Apparaatnummer instellen (kaartlezer etc.) (1~9999) Wanneer niet gespecificeerd, stel 0 in. | Maximaal aantal verbindingen: 1024 apparaten (*1) |
Verificatietype | BYTE | 1: verificatie in de liftlobby 2: verificatie in de auto |
|
Verificatielocatie | BYTE | Indien het verificatietype 1 is, stelt u het volgende in. 1: Liftlobby 2: Ingang 3: Kamer 4: Beveiligingspoort Indien het verificatietype 2 is, stel dan het wagennummer in. |
|
Kenmerk van de hal-oproepknopverhoger/kenmerk van de kooiknop | BYTE | Als het verificatietype 1 is, stel dan het overeenkomstige kenmerk van de haloproepknop-stijgleiding in. 0: niet gespecificeerd, 1: "A"-knop riser, 2: "B"-knop riser, … , 15: "O"-knop riser, 16: Auto Indien het verificatietype 2 is, stel dan het kenmerk 'autoknop' in. 1: Normale passagier (voor), 2: Gehandicapte passagier (vooraan), 3: Normale passagier (achter), 4: Gehandicapte passagier (achter) |
|
Boardingvloer | WOORD | Indien het verificatietype 1 is, stel de instapverdieping in op basis van de verdiepingsgegevens van het gebouw (1~255). Indien het verificatietype 2 is, stelt u 0 in. |
|
Instappen voor/achter | BYTE | Indien het verificatietype 1 is, plaats deze dan vooraan of achteraan op de instapvloer. 1:Voor, 2:Achter Indien het verificatietype 2 is, stelt u 0 in. |
|
Aanroepkenmerk van de lift | BYTE | Stel het oproepkenmerk van de lift in 0: Normale passagier, 1: Gehandicapte passagier, 2: VIP-passagier, 3: Managementpassagier |
|
Non-stop operatie | BYTE | Stel 1 in als non-stopwerking moet worden ingeschakeld. Indien niet ingeschakeld, stel 0 in. |
|
Oproepregistratiemodus | BYTE | Zie Tabel 3-5, Tabel 3-6. |
|
Volgnummer | BYTE | Volgnummer instellen (00h~FFh) | (*1) |
Lengte van de gegevens van de voorste bestemmingsverdieping | BYTE | Stel de gegevenslengte van de voorste bestemmingsvloer in (0~32) [Eenheid: BYTE] | Voorbeeld: -Als het gebouw minder dan 32 verdiepingen heeft, stelt u de "datalengte" in op "4". - Als liften geen achterste ingangen hebben, stelt u de datalengte van "achterste bestemmingsverdieping" in op "0". |
Lengte van de vloergegevens van de achterste bestemming | BYTE | Gegevenslengte van de achterste bestemmingsverdieping instellen (0~32) [Eenheid: BYTE] | |
Voorste bestemmingsvloer | BYTE[0~32] | Stel de voorste bestemmingsverdieping in met bitgegevens van de gebouwverdieping | Zie tabel 3-14 hieronder. |
Achterste bestemmingsvloer | BYTE[0~32] | Stel de voorste bestemmingsverdieping in met bitgegevens van de gebouwverdieping | Zie tabel 3-14 hieronder. |
(*1): Het volgnummer moet worden verhoogd telkens wanneer gegevens van ACS worden verzonden. De volgende FF is 00h.
Tabel 3-8: Structuur van de gegevens over bestemmingsverdiepingen
Nee | D7 | D6 | D5 | D4 | D3 | D2 | D1 | D0 |
|
1 | Gebouw FL 8 | Gebouw FL 7 | Gebouw FL 6 | Gebouw FL 5 | Gebouw FL 4 | Gebouw FL 3 | Gebouw FL 2 | Gebouw FL 1 | 0: Geen annulering 1: Vergrendelde verdiepingsregistratie overschrijven (Stel "0" in voor "niet gebruiken" en "hogere verdiepingen boven de bovenste verdieping".) |
2 | Gebouw FL 16 | Gebouw FL 15 | Gebouw FL 14 | Gebouw FL 13 | Gebouw FL 12 | Gebouw FL 11 | Gebouw FL 10 | Gebouw FL 9 | |
3 | Gebouw FL 24 | Gebouw FL 23 | Gebouw FL 22 | Gebouw FL 21 | Gebouw FL 20 | Gebouw FL 19 | Gebouw FL 18 | Gebouw FL 17 | |
4 | Gebouw FL 32 | Gebouw FL 31 | Gebouw FL 30 | Gebouw FL 29 | Gebouw FL 28 | Gebouw FL 27 | Gebouw FL 26 | Gebouw FL 25 | |
: | : | : | : | : | : | : | : | : | |
31 | Gebouw FL 248 | Gebouw FL 247 | Gebouw FL 246 | Gebouw FL 245 | Gebouw FL 244 | Gebouw FL 243 | Gebouw FL 242 | Gebouw FL 241 | |
32 | Niet gebruiken | Gebouw FL 255 | Gebouw FL 254 | Gebouw FL 253 | Gebouw FL 252 | Gebouw FL 251 | Gebouw FL 250 | Gebouw FL 249 |
* Stel de datalengte in Tabel 3-7 in als datalengte voor de Voor- en Achterbestemmingsverdieping.
* "D7" is de hoogste bit, en "D0" is de laagste bit.
(3) Verificatie-acceptatiegegevens
BYTE | BYTE | WOORD | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE |
Commandonummer (81h) | Gegevenslengte(6) | Apparaatnummer | Acceptatiestatus | Toegewezen liftkooi | Volgnummer | Reserve(0) |
Tabel 3-9: Details van de verificatie-acceptatiegegevens
Artikelen | Gegevenstype | Inhoud | Opmerkingen |
Apparaatnummer | WOORD | Stel het apparaatnummer in dat is ingesteld onder de oproepgegevens van de lift (1~9999) |
|
Acceptatiestatus | BYTE | 00h: Automatische registratie van de liftoproep, 01h: Ontgrendel de beperking (kan de liftoproep handmatig registreren), FFh: Kan de liftoproep niet registreren |
|
Toegewezen liftkooinummer | BYTE | In het geval dat de liftoproep in de liftlobby wordt gedaan, wordt het toegewezen liftkooinummer ingesteld (1…12, FFh: geen toegewezen liftkooi) Indien de liftoproep vanuit de liftkooi plaatsvindt, stel dan 0 in. |
|
Volgnummer | BYTE | Stel het volgnummer in dat is ingesteld onder de oproepgegevens van de lift. |
* ELSGW heeft een geheugen voor het liftbanknummer, het apparaatnummer en het sequentienummer die zijn ingesteld onder de oproepgegevens van de lift en stelt deze gegevens in.
* Het toestelnummer is een gegeven dat onder de oproepgegevens van de lift is ingesteld.
(4) Status van de liftbediening
BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE |
Commandonummer (91h) | Gegevenslengte(6) | In operatiewagen #1 | Onder operatie Wagen #2 | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) |
* Het adres van de transmissiepakketheader is voor alle apparaten.
Tabel 3-10: Details van de statusgegevens van de liftwerking
Artikelen | Gegevenstype | Inhoud | Opmerkingen |
In operatiewagen #1 | BYTE | Zie onderstaande tabel. |
|
Onder operatie Wagen #2 | BYTE | Zie onderstaande tabel. |
Tabel 3-11: Structuur van de gegevens van de in werking zijnde auto
Nee | D7 | D6 | D5 | D4 | D3 | D2 | D1 | D0 | Opmerkingen |
1 | Auto nr. 8 | Auto nr. 7 | Auto nr. 6 | Auto nr. 5 | Auto nr. 4 | Auto nr. 3 | Auto nr. 2 | Auto nr. 1 | 0: Onder GEEN werking 1: In werking |
2 | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Auto nr. 12 | Auto nr. 11 | Auto nr. 10 | Auto nr. 9 |
(5) Hartslag
BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE | BYTE |
Commandonummer (F1h) | Gegevenslengte(6) | Gegevens hebben over het liftsysteem | Data1 | Gegevens2 | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) |
Tabel 3-11: Details van hartslaggegevens
Artikelen | Gegevenstype | Inhoud | Opmerkingen |
Gegevens hebben over het liftsysteem | BYTE | Wanneer u Data2 gebruikt, stelt u 1 in. Gebruik Data2 niet, stel 0 in. |
|
Data1 | BYTE | Stel 0 in. |
|
Gegevens2 | BYTE | Zie onderstaande tabel. |
*Het adres van de transmissiepakketheader is voor alle apparaten en wordt elke vijftien (15) seconden verzonden met broadcast.
Tabel 3-12: Details van Data1 en Data2
Nee | D7 | D6 | D5 | D4 | D3 | D2 | D1 | D0 |
|
1 | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) |
|
2 | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Reserve(0) | Systeemstoring | Systeemstoring 0:normaal 1:abnormaal |
4. Foutdetectie
Indien nodig (ACS heeft foutdetectie nodig), voer dan de foutdetectie uit zoals in de onderstaande tabel is aangegeven.
Foutdetectie aan de apparaatzijde van het beveiligingssysteem
Type | Foutnaam | Locatie om fouten te detecteren | Voorwaarde om een fout te detecteren | Voorwaarde om de fout te annuleren | Opmerkingen |
Detectie van systeemfouten | Liftstoring | Beveiligingssysteem (ACS) | Indien ACS gedurende meer dan twintig (20) seconden geen operationele status van de lift ontvangt. | Zodra de operationele status van de lift is ontvangen. | Detecteer de storing van elke liftgroep. |
Individuele fout | ELSGW-storing | Beveiligingssysteem (ACS) | In het geval dat ACS gedurende meer dan één (1) minuut geen pakket van ELSGW ontvangt. | Zodra het pakket van ELSGW is ontvangen. | Detecteer de storing van elke liftgroep. |
5.ASCII-codetabel
HEX | CHAR | HEX | CHAR | HEX | CHAR | HEX | CHAR | HEX | CHAR | HEX | CHAR | HEX | CHAR | HEX | CHAR |
0x00 | NULL | 0x10 | VOLGENS | 0x20 |
| 0x30 | 0 | 0x40 | @ | 0x50 | P | 0x60 | ` | 0x70 | P |
0x01 | SOH | 0x11 | DC1 | 0x21 | ! | 0x31 | 1 | 0x41 | A | 0x51 | Q | 0x61 | A | 0x71 | Q |
0x02 | STX | 0x12 | DC2 | 0x22 | " | 0x32 | 2 | 0x42 | B | 0x52 | R | 0x62 | B | 0x72 | R |
0x03 | ETX | 0x13 | DC3 | 0x23 | # | 0x33 | 3 | 0x43 | C | 0x53 | S | 0x63 | C | 0x73 | S |
0x04 | Einde van de werkdag | 0x14 | DC4 | 0x24 | $ | 0x34 | 4 | 0x44 | D | 0x54 | T | 0x64 | D | 0x74 | T |
0x05 | ENQ | 0x15 | GEWILD | 0x25 | % | 0x35 | 5 | 0x45 | EN | 0x55 | IN | 0x65 | En | 0x75 | in |
0x06 | ACK | 0x16 | ZIJN | 0x26 | & | 0x36 | 6 | 0x46 | F | 0x56 | In | 0x66 | F | 0x76 | in |
0x07 | BEL | 0x17 | ETB | 0x27 | ' | 0x37 | 7 | 0x47 | G | 0x57 | IN | 0x67 | G | 0x77 | In |
0x08 | Onzin | 0x18 | KAN | 0x28 | ( | 0x38 | 8 | 0x48 | H | 0x58 | X | 0x68 | H | 0x78 | X |
0x09 | HT | 0x19 | IN | 0x29 | ) | 0x39 | 9 | 0x49 | I | 0x59 | EN | 0x69 | i | 0x79 | En |
0x0A | LF | 0x1A | SUB | 0x2A | * | 0x3A | : | 0x4A | J | 0x5A | MET | 0x6A | J | 0x7A | Met |
0x0B | VT | 0x1B | ESC | 0x2B | + | 0x3B | ; | 0x4B | K | 0x5B | [ | 0x6B | k | 0x7B | { |
0x0C | FF | 0x1C | FS | 0x2C | , | 0x3C |
| 0x4C | L | 0x5C | ¥ | 0x6C | ik | 0x7C | | |
0x0D | CR | 0x1D | GS | 0x2D | - | 0x3D | = | 0x4D | M | 0x5D | ] | 0x6D | M | 0x7D | } |
0x0E | DUS | 0x1E | RS | 0x2E | . | 0x3E | > | 0x4E | N | 0x5E | ^ | 0x6E | N | 0x7E | ~ |
0x0F | EN | 0x1F | ONS | 0x2F | / | 0x3F | ? | 0x4F | DE | 0x5F | _ | 0x6F | de | 0x7F | VAN DE |